Concreter is beter

“Ze gaan ermee aan de gang.” Of: “Vandeweek ging er op verschillende plekken weer een en ander mis.” Wie zijn ‘ze’ en wat gaan ze doen? En: wanneer en waar ging er wàt mis?
We praten veel in algemeenheden, zijn ons het vaak niet eens bewust. Het kan ook zijn dat degene die dergelijke zinnen uitspreekt ervan uitgaat dat de luisteraars wel weten wat hij bedoelt (en misschien is dat zelfs wel zo). Misschien is de spreker alleen maar gemakzuchtig of, erger nog, is dit een geval van de klok hebben horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt. Hoe dan ook, dergelijke algemene beweringen helpen de discussie vaak niet verder. Sterker nog, doordat iedereen zo’n algemeenheid een eigen invulling geeft, leidt dit maar wat vaak tot spraakverwarring.
Daarom probeer ik er als facilitator altijd op tijd bij te zijn: hoor ik algemeenheden, dan vraag ik om voorbeelden. Hoe concreter hoe beter. Aan de hand van een voorbeeld kan het gesprek specifieker worden en wordt de kans op langs elkaar heen praten een stuk kleiner. Natuurlijk is een voorbeeld maar één voorbeeld en valt dat niet zomaar te veralgemeniseren. Dus vaak is het zinnig om nog een of twee andere voorbeelden te bespreken. Gaandeweg ontstaat zo een gedeeld beeld van de situatie.
Liever op deze manier vanuit concrete situaties naar een algemene conclusie toewerken dan vanuit vaagheden langs elkaar heen blijven praten.

“Concreter is beter” is een van de terugkerende slogans in de training Meesterlijk Faciliteren. In die training oefen je en word je je bewust van het effect van jouw gedrag op de effectiviteit van de samenwerking in een groep.

Volgende keer een andere manier waarop veralgemeniseren fout kan gaan: Waar clusteren uit de bocht vliegt.